‘Ja, ik heb vuile handen….en ik sta ervoor’
Mijn stem breekt als ik antwoord geef op de zojuist door mijzelf gestelde vraag. Het is doodstil. In de stilte horen en zien we weer de beelden die we bij ons dragen, die op ons netvlies gebrand staan. Als ik de tafel rondkijk, zie ik het van emotie vertrokken gezicht van mijn Franse collega. We kijken elkaar diep in de ogen, bijna onhoorbaar zegt hij: ‘Ja, ik ook’.
Aan tafel zitten geestelijkverzorgers uit verschillende landen, samen zijn we goed voor jaren inzet tijdens missies-oefeningen etc. We nemen deel aan de chaplains course aan de Natoschool in Oberammergau. We horen lezingen en treffen elkaar in werkgroepen. Vanmorgen praten we in onze werkgroep over de impact van ons werk op ons eigen bestaan.
Zojuist heb ik de vraag gesteld: ‘Hebben wij ook vuile handen? Wij gaan als geestelijkverzorgers waar de militairen gaan, delen wij ook deze last?’ Het is de vraag die ik de laatste jaren wel vaker voor mezelf heb beantwoord en hier in Oberammergau aan collega’s heb gesteld.
Mijn antwoord door de jaren heen en de gesprekken hier zijn verschillend geweest. Inmiddels kan ik zeggen dat mijn antwoord ja is. Ja, ook ik heb vuile handen en ik sta er voor.
Waar het besef kwam dat ik zo deel ben van het militaire vak dat er bloed aan mijn handen kleeft, kan ik je niet zeggen. Wel weet ik dat ik me opgenomen voel in de existentiële militaire kameraadschap die ons in staat stelt er voor elkaar te zijn. Je ziet het in elkaars ogen als je de waanzin van oorlog hebt gevoeld. Als je je diepste angsten moet delen, sta je altijd voor elkaar klaar. Deze kameraadschap maakt dat ik ja zeg, en er voor sta. Deze kameraadschap mag mij namelijk wat kosten.
Ook de Duitse – Amerikaanse – Finse collega’s delen verhalen van wat het leven met militairen hen gekost en gebracht heeft. We sluiten de ochtend moe maar gesterkt af. Nieuwe diepe lijnen van herkenning en waardering zijn gelegd. De doelen van de cursus zijn ruimschoots gehaald en doen ons er niet meer toe.