‘Wat is het toch dat ik zo maar terug kan zijn op TK?’
Een vraag, een geluid, de geur van diesel – opeens sta ik weer bij de Role 2 en kijk naar de bergen. Wat is dit land toch adembenemend mooi.
Het contrast met de Australische collega die in verstilde houding de wacht houdt bij het mortuarium kan niet groter. Hij staat met gebogen hoofd. Het raakt me diep. In zijn gebroken houding, ligt alles. Zijn respect, zijn rouw, hij laat zijn gevallen kameraad niet alleen. Ik vertraag mijn pas, wens hem in gedachten kracht toe, spreek een woordeloos gebed. Dan versnel ik weer, er is nog veel te doen.
Is dat het? Komt het omdat ik zo makkelijk schakelde en weer door ging met op zich zelf belangrijke zaken? Komt het omdat ik beelden, geuren en emoties geparkeerd heb dat ik zomaar terug ben? Heel goed mogelijk.
Tegelijk realiseer ik me, dat het teruggeworpen worden in de gekkigheid van de uitzending naar Afghanistan ook alles te maken heeft met uiterst waardevolle herinneringen.
Nog altijd koester ik het moment dat adjudant Ben mijn fab binnen loopt, terwijl ik met trillende handen mijn rugzak aan het vol proppen ben om mee te gaan naar een buitenpost. Hij ziet mijn emotie en begint me te helpen. We praten wat en na mijn tranen vind ik de rust om naar de Bushmaster te lopen. Even later zijn we onderweg.
Kunnen mijn verpulverende herinneringen bestaan naast de herinneringen die ik koester? Is het dan de intensiteit die me zo makkelijk terug brengt in de wisselende emoties van toen? Heel goed mogelijk.
Sorry, als je een sluitend antwoord op de openingsvraag had verwacht, ben je nu dus niet verder. Of toch wel?
27 mei 2024